FR12.nl
·20 avril 2025
Van Hanegem haalt herinneringen op: "Toen was ik mijn paspoort kwijt"

In partnership with
Yahoo sportsFR12.nl
·20 avril 2025
Om de recent behaalde 500ste aflevering van Kein Geloel te vieren, schoof Willem van Hanegem aan om een speciale editie op te nemen. De 52-voudig international en winnaar van de grootste clubprijzen vertelde uiteraard prachtige verhalen over zijn tijd als trainer, maar ook gaat het over zijn bijzondere band met Wim Jansen en de kwaliteiten van Ernst Happel.
"Wij hadden wel een aardig elftal, die ploeg zat echt goed in elkaar", blikt De Kromme terug op zijn trainersperiode in de jaren negentig. "Die gasten gingen allemaal goed met elkaar om, op een paar jongens na. Het grootste deel ging met elkaar uit, alleen waren ze niet zo slim. Ze gaven hun auto allemaal een gele of rode kleur, dus je zag precies wie waar was. Dat vond ik zo stom. Als het iets minder gaat komen mensen je snel verraden."
"Ik heb ook wel het een en ander laten liggen. Je hebt wedstrijden waar ik altijd de pest in zal hebben, zelfs al word ik 180 jaar. Als jij iets moois wint en dat jaar erna niks, gaan ze allemaal denken dat je geluk hebt gehad. Dat is alleen helemaal niet zo, want we hadden gewoon een goed elftal dat goed speelde. Je speelt gewoon goed, maar dan verlies je met 0-1 van Fortuna, dat kost een kampioenschap", doelt Van Hanegem op 1983, maar ook op de misgelopen titel in 1994. "Ik heb wel drie landstitels laten liggen."
Het clubicoon blijft heel nuchter als het gaat over zijn carrière en heeft het dus vooral over de misgelopen prijzen. Als speler maakte Van Hanegem tijdens het WK in 1974 enorm veel indruk. In de huidige tijd zouden clubs als Real Madrid en Manchester City direct een recordbedrag hebben overgemaakt. "Dat zou geen optie zijn geweest voor mij. Ik heb wel meerdere mogelijkheden gehad. Ik kon naar Everton en naar Fenerbahçe als trainer, maar toen was ik mijn paspoort kwijt. Ik vond dat eigenlijk ook niet erg."
"Mijn carrière als speler vond ik wel het mooist, maar daar ga ik toch niet elke dag aan denken of wel dan", lacht Van Hanegem nadat hem de vraag werd gesteld of hij nog wel eens terugkijkt op momenten die hij heeft meegemaakt. "Het voetballen was vroeger wel beter. Als ze vanuit de verdediging moeten opbouwen duurt het soms twee tot drie minuten, dan vraag ik me echt af hoe ze kramp kunnen krijgen. Het eerste jaar van Slot vond ik dan ook geweldig omdat het in de jaren ervoor heel traag ging."
De beste speler met wie Van Hanegem in het team heeft gestaan? "Jansen", reageert De Kromme zonder twijfel. "Maar eigenlijk waren al die gasten goed. Ik vond het altijd leuk dat Jansen het meest liep te vloeken. Altijd was hij aan het mopperen, en terecht ook. Janssen was echt een winnaar en hij schold je de zenuwen. Op mij niet, want anders mocht hij niet meerijden. Wij konden wel goed met elkaar opschieten. Tijdens trainingen zaten ze elkaar soms echt enorm achterna", lacht Van Hanegem.
"Wim had een sjoelbak gekocht en hij was gaan oefenen. Daar kwam ik achter, dus toen zei ik tegen Truus dat wij ook een bak moesten hebben. Ik weet dat je peper op je bak moet doen, dus ik was aan het oefenen. Niemand won meer. Je ging van alles proberen, want als hij via de zijkanten ging, kon hij perfect de vier in. Je moet er rustig voor gaan zitten", deelt Van Hanegem zijn tips voor de Feyenoorders die tijdens Pasen verplicht moeten sjoelen.
Vervolgens wordt er in de podcast een opmerking gemaakt over Van Hanegem zijn vrije trap tegen Tottenham Hotspur, pure klasse vanuit stilstand. "Ja?", deelt de legende zijn vraagtekens bij het doel van de opmerking, alsof zijn bal de normaalste zaak van de wereld was. "De bal moet wel tijd krijgen om te dalen. Als je hem heel hard schiet, dan gaat hij er niet in. Later kwam ik er nog achter hoe ik hem er anders in kon schieten. Dat was heel grappig, want je schopte hem het stadion in, maar hij kwam dan precies terug in het zijnet."
"Toen ik de naam van de podcast hoorde dacht ik wel direct, dat lijkt mij wel aardig", doelt Van Hanegem op de uitspraak 'Kein Geloel, Fussball spielen'. "Dat zit wel goed in elkaar, dacht ik. Happel was een bizarre man. Hij had echt maling aan iedereen. Hij praat zeven of acht minuten over tegen wie we spelen en wat we moeten doen. Dat was genoeg, daarvoor hadden we trainers die anderhalf uur bezig waren en je helemaal onder spuugde, dan ben je er echt klaar mee."