Mossou roept om ingrijpende wijziging transfermarkt in Nederland: Grote gevolgen voor Ajax en PSV | OneFootball

© ESPN

De KNVB moet zich opnieuw buigen over de vraag of beloftenteams thuishoren in de Keuken Kampioen Divisie, stelt journalist Sjoerd Mossou. Hij wijst erop dat spelers zich beter ontwikkelen bij clubs waar echt iets op het spel staat. Mossou deed zijn uitspraken tijdens Goedemorgen Eredivisie van ESPN, waar hij zijn twijfels deelde over de toegevoegde waarde van Jong-teams in de Nederlandse voetbalpiramide.

Feyenoord geeft volgens Mossou een goed voorbeeld door talenten als Shiloh ’t Zand en Mimeirhel Benita te verhuren aan Heracles Almelo, en Leo Sauer en Ilias Sebaoui aan respectievelijk NAC Breda en sc Heerenveen. In tegenstelling tot PSV en Ajax, die hun Jong-teams in de Keuken Kampioen Divisie hebben, kiest Feyenoord ervoor om jonge spelers ervaring op te laten doen bij clubs waar de competitie-omstandigheden realistischer zijn. “Als je naar de ontwikkeling van spelers kijkt, kun je je onderhand wel afvragen wat nou eigenlijk beter is”, zegt Mossou. Hij noemt Sauer als voorbeeld. “Ik denk dat hij zich bij NAC veel sneller ontwikkelt. ’t Zand, precies hetzelfde.”

Naast het individuele belang van de spelers benadrukt Mossou ook het voordeel voor de clubs waar de talenten worden gestald. “Het is voor die categorie clubs steeds moeilijker geworden om Nederlandse jongens in de selectie te hebben”, zegt hij. Volgens hem versterken talenten als ’t Zand en Benita niet alleen zichzelf, maar ook de Eredivisie. Ter illustratie wijst hij op spelers als Isaac Babadi en Tygo Land van PSV. “Die zouden toch veel beter af zijn als ze nu verhuurd waren aan Sparta of zo”, zegt Mossou. Hij meent dat zonder de Feyenoord-talenten bij Heracles er waarschijnlijk buitenlandse spelers in hun plaats hadden gestaan.

Mossou concludeert dat de KNVB moet overwegen of beloftenteams in de Keuken Kampioen Divisie nog wel zinvol zijn. “Die beloftenteams in de Keuken Kampioen Divisie, los van de competitie zelf, verdient volgens mij onderhand wel een heroverweging”, zegt hij. “Wat levert het ons nu echt op?” Hij pleit voor een alternatief waar spelers meer onder druk komen te staan. René Hake wijst vervolgens op de samenwerking tussen Feyenoord en FC Dordrecht. “Dordrecht is eigenlijk voor Feyenoord, wat Jong PSV voor PSV is”, merkt Mossou op.

Het verschil zit volgens Mossou in het belang van de wedstrijden. “Bij Dordrecht speel je niet om spek en bonen, maar speel je onder druk”, legt hij uit. Voor hem is dat een essentieel verschil met Jong-teams. “Is het dan beter om bij Dordrecht te spelen, of voor spek en bonen bij Jong PSV?” besluit hij zijn betoog. Mossou laat daarmee weinig twijfel over zijn mening: het huidige systeem van Jong-teams in de Keuken Kampioen Divisie verdient een kritische evaluatie.