"Als club kun je weinig doen aan een situatie zoals met Timber" | OneFootball

Dat Quinten Timber nog steeds in het shirt van Feyenoord speelt is misschien wel de grootste verrassing van de afgelopen transferwindow. Als aanvoerder van Feyenoord stond hij nog maar één jaar onder contract, maar tot een transfer kwam het niet. Inmiddels is de middenvelder zijn aanvoerderschap kwijt en loopt zijn contract na dit seizoen af.

"Als club kun je weinig doen aan een situatie zoals met Timber", vertelt Dennis te Kloese in gesprek met Voetbal International. De algemeen directeur benadrukt dat de club openstond voor een verkoop en er clubs geïnteresseerd waren, maar niemand pakte echt door. "Je moet je pas zorgen maken als het steeds aan de hand is, maar met Paixão, Hancko, Wieffer en onlangs Hadj Moussa zijn we er eerder wel in geslaagd contracten op te waarderen en te verlengen."

"Met Quinten lukte dit niet, ondanks dat we een aantal keer zeer serieuze voorstellen hebben gedaan", vervolgt Te Kloese stellig. "Nu ben ik vooral trots op hoe hij Feyenoord vertegenwoordigt in het veld én hoe hij zelf omgaat met deze situatie. We hebben in ieder geval tijd om straks weer samen een kop koffie te drinken. Zien we wel waar we uitkomen."

Geen straf

Bij FC Twente, of zoals Te Kloese vertelt bij clubs in Mexico, krijgen spelers maatregelen als hun contract afloopt. "Die staan er hard in. Ik denk dat wij juist de ruimte geven aan de technische staf om Quinten gewoon op te stellen. Nee, dat hij zijn aanvoerdersband verloor, zie ik niet als een straf. Hij gaf zelf aan wellicht te willen vertrekken. Dan gaat die band naar een ander, iemand van wie je als trainer wel zeker weet dat hij blijft."

"Ik kan de overwegingen begrijpen, zoals ik ook snap dat Quinten het misschien vervelend vond en aanvoerder wilde blijven", vervolgt Te Kloese. "Maar de feiten zijn de feiten: hij heeft een contract dat afloopt, wat we jammer vinden, maar we zijn blij met hem hoe hij zich opstelt en de waarde die hij heeft in het veld voor Feyenoord. We hopen snel weer in gesprek te gaan."